Mijnbouw- en explosieveilige lampen worden gebruikt om gevaarlijke locaties te verlichten waar brandbaar gas, stof of dampen aanwezig kunnen zijn. Ze zijn gecertificeerd om vonken te voorkomen die deze materialen kunnen ontsteken, waardoor een veilige werking in gevaarlijke omgevingen wordt gegarandeerd.
Het gebruik van explosieveilige lampen is wijdverspreid en populair geworden in veel industrieën, waaronder booreilanden, chemische fabrieken en mijnbouwlocaties. Omdat deze verlichtingssystemen zijn ontworpen om aan de hoogste veiligheidsnormen te voldoen, worden ze vaak onderworpen aan inspecties en tests.
Aan het eind van de 19e eeuw experimenteerden veel mijnwerkers met verschillende manieren om gas uit hun schoorstenen te houden. Ze realiseerden zich dat de meest effectieve manier het creëren van een opwaartse luchtstroom was die groot genoeg was om te voorkomen dat gas de schoorsteen zou binnendringen. Dit leidde tot de creatie van een serie veiligheidslampen.
Een van de eerste ontwerpen was een carbidlamp, die rond 1910 werd uitgevonden. Het acetyleengas dat de lamp aandreef, brandde schoner dan lampen met olielont, die rook en roet uitstoten. De carbidelamp had ook een vlam die helderder was dan de olielontlamp.
Een ander succesvol ontwerp van de veiligheidslamp waren de Mueseler-, Landau- en Yates-lampen (zie hieronder), die waren uitgerust met een vergrendelingsmechanisme. Hierdoor kon de mijnwerker de lamp niet openen. Het voorkwam ook dat de brand zich verspreidde naar andere delen van de put, een belangrijke oorzaak van ongevallen.
Andere veiligheidslampen waren onder meer de 'Protector'-lamp, die een vergrendelmechanisme had dat de vlam uit de adit en de putkop hield. Dit verhinderde dat de mijnwerker het licht opende en opnieuw aanstak, wat als een gevaarlijke praktijk werd beschouwd. De 'Protector'-lamp was een zeer populair ontwerp, zo erg zelfs dat hij nog steeds in gebruik is en door veel mijnen is overgenomen.

De 'Protector'-lamp heeft twee voordelen ten opzichte van het andere ontwerp: het voorkomt dat de brand zich verspreidt naar andere delen van de put en is gemakkelijker te vervangen. De 'Protector'-lamp brandt echter niet zo schoon als de lamp met acetyleenkap en de vlam kan gemakkelijk worden gedoofd door andere mijnwerkers.
To judge whether the Mining & Explosion Proof Lamps needs to be replaced, the following should be taken into account:
De kunststof behuizing van de explosieveilige lamp heeft een ernstige verkleuring, wat betekent dat deze aan het verouderen is. Deze verkleuring kan worden veroorzaakt door de impact van vreemde voorwerpen, of door corrosie, of door loslassen, enz.
Als de verkleuring ernstig is, moet deze worden stopgezet en zo snel mogelijk worden vervangen. Het is ook noodzakelijk om te controleren of de transparante delen sporen van vreemde voorwerpen vertonen en of het beschermingsnetwerk losraakt of corrosie vertoont.
De voeding en het circuit van de lichtbron moeten ook worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat er geen tekenen van schade zijn. Deze problemen moeten op tijd worden gerepareerd en vervangen om ervoor te zorgen dat het verlichtingsapparaat veilig voor gebruik blijft.